* De totale bijdrage door menselijk handelen aan fijnstofconcentraties (PM10) en van de fijnere fractie hiervan (PM2,5) blijkt groter te zijn dan waar tot nu toe op basis van de beschikbare kennis van was uitgegaan: 25 procent meer voor PM10 en 20 procent voor PM2,5.
* Atmosferische omzettingsproducten van zwaveldioxide, stikstofoxiden en ammoniak dragen 50 procent meer bij aan de fijnstofconcentraties dan tot nu toe werd gemeten en berekend.
* Natuurlijke bronnen, waaronder zeezout, dragen minder bij dan volgens eerdere schattingen. Bij verhoogde PM10-concentraties is de bijdrage van zeezout geringer.
* Nederlandse bronnen dragen meer bij aan de fijnstofconcentraties dan gedacht. Bij fijnstofconcentraties boven 30 microgram per kubieke meter (μg/m3) is de bijdrage van fijn stof uit stikstofoxiden en ammoniak extra hoog.
* Houtverbranding in kachels en open haarden dragen hooguit enkele procenten bij aan de gemiddelde PM10-concentratie. Dit kan echter oplopen tot 30 procent voor PM10 en 40 procent voor PM2,5 in de wintermaanden op locaties waar veel hout wordt gestookt.
Bovenstaande bevindingen over de samenstelling van fijn stof hebben geen invloed op de hoogte van de gemeten totale PM10 en PM2,5 concentraties. Het verandert dus niets aan het huidige aantal gemeten overschrijdingen van de PM10- and PM2,5-normen. Download het volledige rapport via de site van het PBL.